Een van de meest voorkomende insecten...

Mieren

Mieren worden ook wel aangeduid als harde werkers en ze zijn één van de meest voorkomende insecten op de wereld. Ze zijn voornamelijk actief in de zomer, maar hoe zachter de voorafgaande winter, hoe eerder ze tevoorschijn komen. Dit zien we de laatste jaren steeds vaker gebeuren. 

In de natuur vervullen mieren een nuttige taak, zo ruimen ze bijvoorbeeld schadelijke insecten en tuinafval op. De kleine kruipende insecten kunnen ook schade veroorzaken, zo kunnen ze uw tuin laten verzakken en verspreiden ze bladluizen die schadelijk zijn voor planten en de larven van lieveheersbeestjes.

Leefgebied en kenmerken

Mieren leven bijna overal op de wereld, behalve op de poolgebieden. Ze hebben een enorm aanpassingsvermogen en een sterke overlevingsdrang. Door dat aanpassingsvermogen zijn er ongeveer 12.000 miersoorten ontstaan. Mieren zijn er niet alleen in zwart, bruin en rood, er bestaan ook gele, groene, goudkleurige en grijze mierensoorten. Ondanks dat ze zo klein zijn, zijn ze ontzettend sterk.
Leuk feitje: een mier kan gemiddeld 50x haar eigen gewicht tillen!

Het lichaam van de mier is in drieën verdeeld:

  1. Poten, ze hebben drie paar.
  2. Voelsprieten, deze zitten op de kop van de mier. Hiermee kunnen ze ruiken en voelen.
  3. Lijf en kop, de ogen van mieren zijn minder goed ontwikkeld.

Plaagmiersoorten

Steeds vaker worden in Nederland plaagmiersoorten aangetroffen, die van oorsprong afkomstig zijn uit warme landen. Deze tropische mierensoorten kunnen in warme gebouwen, waar geen grote temperatuurswisselingen zijn, lange tijd overleven. De faraomier en zwartkopmier zijn hier voorbeelden van. Beide mieren kunnen ziektes overbrengen en kunnen dus schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarnaast kunnen ze ook knaagschade veroorzaken. 

Als we het hebben over “gewone mieren”, bedoelen we vaak tuinmieren. Dit is de meest voorkomende soort in Nederland. Daarnaast zijn er ook bosmieren en gewone steekmieren.

Vliegende mieren

Er zijn ook vliegende mieren. Dit zijn de koninginnen en de mannetjesmieren. Zij hebben vleugels waarmee ze de zogenaamde ‘bruidsvlucht’ uitvoeren. Na het paren sterven de mannetjes. De koninginnen zoeken dan nestplaatsen om een nieuwe kolonie op te richten. Een mierenkolonie bestaat uit een koningin, de werksters en een kleiner aantal jonge mannetjes en jonge koninginnen.

De (onvruchtbare) werksters zoeken bovengronds naar voedsel en zetten geursporen (feromonen) uit van het nest naar de voedselbron. Dit zodat andere mieren de weg naar het voedsel kunnen vinden. In het mierennest zelf leven de koningin en de mieren die voor de eitjes zorgen. 

Maak kennis met...

Tuinmier

Kenmerken

De werksters van tuinmieren zijn 3 tot 4 mm lang, alleen de glanzende houtmier is meestal iets forser. De glanzende houtmier kan tot 5 mm lang worden. De antennen zijn altijd geknikt. De koninginnen en mannetjes zijn gevleugeld, koninginnen zijn groter dan de werksters en mannetjes juist kleiner dan de werksters.

Voorbeelden van tuinmieren zijn:

  • Zwartbruine wegmieren
  • Bruine mieren
  • Glanzende houtmieren

Koninginnen en mannetjes ondernemen met grote aantallen tegelijk in de zomer een bruidsvlucht. De mannetjes sterven na de bruidsvlucht en de koninginnen richten nieuwe nesten in. Uit de gelegde eitjes komen weer werksters.

Tuinmieren voeden zich met andere insecten en met zoetigheid. Zo verzamelen ze bijvoorbeeld honingdauw, een uitscheidingsproduct van bladluizen.

De glanzende houtmier heeft vaak nesten in rottend hout onder de grond. Normaal hebben ze hun nesten vooral buiten. Vaak zoeken ze naar plekjes waar de zon fel schijnt en maken ze daar een nest tussen tegels, in het gras of dicht bij muren.

 

Tuinmieren ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Tuinmieren zijn ’s winters in rust, maar niet als het nest zich nabij een warmtebron bevindt. De eiafzetting vindt plaats in het voorjaar en de zomer. Werksters kunnen soms wel twee tot drie jaar leven.

Tuinmieren veroorzaken doorgaans geen schade, alleen de glanzende houtmier kan hout, dat verwerkt is in woningen, aantasten. Dit hout is echter vaak al aan het rotten en kan beter, wanneer mogelijk, in zijn geheel verwijderd worden.

Om tuinmieren te weren kunt u:

  • producten die aantrekkelijk zijn voor mieren onbereikbaar opbergen;
  • naden en kieren afgedichten;
  • open stootvoegen voorzien van fijnmazig insectengaas.

Faraomier

Kenmerken

De faraomier is een mier uit de tropen en leeft het liefst in een warme omgeving. De werksters zijn 3 tot 4 mm lang en bruingeel van kleur met een iets donkerder achterlijf. De koninginnen zijn 4 tot 5 mm lang. Mannetjes faraomieren zijn zwart/ bruin van kleur, gevleugeld en gemiddeld 3 tot 4 mm lang.

Faraomieren zijn polygynie, wat inhoudt, dat er meerdere koninginnen zijn. Faraomieren zijn alleseters, maar hebben een voorkeur voor vleeswaren.

Eén koningin legt gemiddeld 300 eieren. De duur van ei tot volwassen dier is bij 30 graden en 80% relatieve luchtvochtigheid ongeveer 2 maanden. In tegenstelling tot tuinmieren, leggen faraomieren geen bruidsvlucht af. Faraomieren leven over het algemeen niet langer dan één jaar. De werksters worden gemiddeld 2 maanden, mannetjes slechts 2 tot 3 weken oud en koninginnen gemiddeld 9 maanden.

Faraomieren zijn zeer hinderlijk in keukens, daarnaast kunnen faraomieren ook bacteriën overbrengen, op wonden afkomen en/of onder gips kruipen.

De beste manier om de faraomier te bestrijden is door hoge eisen te stellen aan de hygiëne. Dit houdt o.a. in het bewaren van levensmiddelen in goed gesloten potten en binnenkomende goederen, in het bijzonder de goederen die afkomstig zijn uit de tropen, goed controleren.

Er zijn geen wettelijk toegestane middelen voor particulieren om de faraomier te bestrijden. Bij overlast kunt u het beste contact opnemen met een professioneel bestrijdingsbedrijf zoals Traas ongediertebestrijding.

Grasmier

Kenmerken

De grasmier is een kleine bruine/ zwarte (knoop) mier, die met name te vinden is op zonnige, droge plekken en vochtige graslanden. De werksters zijn bruin/ zwart en zijn 2 tot 4 mm lang. De mannetjes zijn gemiddeld 5 tot 7 mm lang en zijn net als de werksters bruin/ zwart gekleurd. De koningin is zwart van kleur en bijna twee keer zo groot (6 tot 8 mm) als de werksters.

Grasmieren leven met name buitenshuis en leven voornamelijk van planten, vetten en andere insecten.

Hoewel de grasmier voornamelijk buiten leeft, kan het toch gebeuren, dat de grasmier uw keuken weet te vinden. In dat geval kunnen grasmieren erg hinderlijk zijn. Daarnaast kunnen grasmieren ook bijten en/of steken.

Overlast van grasmieren, kunt u het beste voorkomen door alle zoete levensmiddelen te bewaren in goed afgesloten potten. Voor meer informatie over het bestrijden van deze mieren neemt u contact op met Traas ongediertebestrijding.

Rode bosmier

Kenmerken

De kop en thorax van de rode bosmier is rood tot roodbruin van kleur en zwart gevlekt. Het achterlijf is zwartbruin met rood. De grootte van de werksters kan variëren van 4 tot 9 mm. Rode bosmieren kunnen erg hinderlijk zijn als ze zich in de buurt van woningen nestelen.

Bij de rode bosmier is er sprake van een volledige gedaanteverwisseling. Grote kolonies bestaan uit meerdere nesten en koninginnen. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer activiteit er binnen en buiten het nest plaatsvindt.

Rode bosmieren komen algemeen voor in naald en loofbossen. Ze maken koepelvormige nesten van takjes en naalden en voeden zich met andere, vaak schadelijke insecten.

Nesten dicht bij woningen kunnen erg hinderlijk zijn.

De rode bosmier is een beschermde soort, daarom wordt bij overlast het nest opgeschept en tenminste 1 km verder in het bos uitgestort.

Rode steekmier

Kenmerken

De rode steekmier, ook wel knoopmier genoemd, is van kleur roodachtig/ geel. De kop en het achterlijf zijn bovenop wat donkerder. De werksters zijn 3,5 tot 5 mm lang.

Meestal komen rode steekmieren voor op vochtige plaatsen; in weiden, velden en bossen. De nesten zitten vaak onder de grond. Ze komen zelden tot nooit binnenshuis voor.

De rode steekmier ondergaat een volledige gedaanteverwisseling.

Uitvliegen doen ze in de zomermaanden. In de periode mei tot september vindt de bruidsvlucht plaats. Er kunnen meerdere koninginnen voorkomen in één kolonie. Bij verstoring van het nest zullen ze snel in de aanval gaan. Ze kunnen dan venijnig bijten en stellen zich zeer agressief op.

Tijdens het massaal uitvliegen bij de bruidsvlucht kan er voor overlast worden gezorgd. Bovendien kunnen ze zowel mens en dier agressief bijten. 

Bestrijding in de periode van bruidsvlucht is erg lastig. De dieren komen dan eenmalig uit het nest en zwermen in alle mogelijke richtingen uit.

Door vroegtijdige bestrijding kan hinder worden voorkomen.

Mierennesten

Binnen Nederland is het zo dat miernesten zich voornamelijk in zandgrond, een omgekeerde bloempot en/of in oud rottend hout bevinden. In één mierennest “wonen” tussen de 10.000 en 20.000 mieren.

Mieren zijn sociale dieren en leven in nesten van soms wel een halve meter diep. Een mierennest kan herkent worden aan een gaatje in de grond omringd met een aarden walletje. Mieren bouwen hun nesten bij voorkeur in kieren, gaten of in een zachte ondergrond. Vooral in een zachte ondergrond kunnen ze enorme gangenstelsels van hun nesten maken. Hiermee kan de tuin en het terras als het ware worden ondermijnd.

Tuinmier

Kenmerken

De werksters van tuinmieren zijn 3 tot 4 mm lang, alleen de glanzende houtmier is meestal iets forser. De glanzende houtmier kan tot 5 mm lang worden. De antennen zijn altijd geknikt. De koninginnen en mannetjes zijn gevleugeld, koninginnen zijn groter dan de werksters en mannetjes juist kleiner dan de werksters.

Voorbeelden van tuinmieren zijn:

  • Zwartbruine wegmieren
  • Bruine mieren
  • Glanzende houtmieren

Koninginnen en mannetjes ondernemen met grote aantallen tegelijk in de zomer een bruidsvlucht. De mannetjes sterven na de bruidsvlucht en de koninginnen richten nieuwe nesten in. Uit de gelegde eitjes komen weer werksters.

Tuinmieren voeden zich met andere insecten en met zoetigheid. Zo verzamelen ze bijvoorbeeld honingdauw, een uitscheidingsproduct van bladluizen.

De glanzende houtmier heeft vaak nesten in rottend hout onder de grond. Normaal hebben ze hun nesten vooral buiten. Vaak zoeken ze naar plekjes waar de zon fel schijnt en maken ze daar een nest tussen tegels, in het gras of dicht bij muren.

 

Tuinmieren ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Tuinmieren zijn ’s winters in rust, maar niet als het nest zich nabij een warmtebron bevindt. De eiafzetting vindt plaats in het voorjaar en de zomer. Werksters kunnen soms wel twee tot drie jaar leven.

Tuinmieren veroorzaken doorgaans geen schade, alleen de glanzende houtmier kan hout, dat verwerkt is in woningen, aantasten. Dit hout is echter vaak al aan het rotten en kan beter, wanneer mogelijk, in zijn geheel verwijderd worden.

Om tuinmieren te weren kunt u:

  • producten die aantrekkelijk zijn voor mieren onbereikbaar opbergen;
  • naden en kieren afgedichten;
  • open stootvoegen voorzien van fijnmazig insectengaas.

Grasmier

Kenmerken

De grasmier is een kleine bruine/ zwarte (knoop) mier, die met name te vinden is op zonnige, droge plekken en vochtige graslanden. De werksters zijn bruin/ zwart en zijn 2 tot 4 mm lang. De mannetjes zijn gemiddeld 5 tot 7 mm lang en zijn net als de werksters bruin/ zwart gekleurd. De koningin is zwart van kleur en bijna twee keer zo groot (6 tot 8 mm) als de werksters.

Grasmieren leven met name buitenshuis en leven voornamelijk van planten, vetten en andere insecten.

Hoewel de grasmier voornamelijk buiten leeft, kan het toch gebeuren, dat de grasmier uw keuken weet te vinden. In dat geval kunnen grasmieren erg hinderlijk zijn. Daarnaast kunnen grasmieren ook bijten en/of steken.

Overlast van grasmieren, kunt u het beste voorkomen door alle zoete levensmiddelen te bewaren in goed afgesloten potten. Voor meer informatie over het bestrijden van deze mieren neemt u contact op met Traas ongediertebestrijding.

Rode steekmier

Kenmerken

De rode steekmier, ook wel knoopmier genoemd, is van kleur roodachtig/ geel. De kop en het achterlijf zijn bovenop wat donkerder. De werksters zijn 3,5 tot 5 mm lang.

Meestal komen rode steekmieren voor op vochtige plaatsen; in weiden, velden en bossen. De nesten zitten vaak onder de grond. Ze komen zelden tot nooit binnenshuis voor.

De rode steekmier ondergaat een volledige gedaanteverwisseling.

Uitvliegen doen ze in de zomermaanden. In de periode mei tot september vindt de bruidsvlucht plaats. Er kunnen meerdere koninginnen voorkomen in één kolonie. Bij verstoring van het nest zullen ze snel in de aanval gaan. Ze kunnen dan venijnig bijten en stellen zich zeer agressief op.

Tijdens het massaal uitvliegen bij de bruidsvlucht kan er voor overlast worden gezorgd. Bovendien kunnen ze zowel mens en dier agressief bijten. 

Bestrijding in de periode van bruidsvlucht is erg lastig. De dieren komen dan eenmalig uit het nest en zwermen in alle mogelijke richtingen uit.

Door vroegtijdige bestrijding kan hinder worden voorkomen.

Faraomier

Kenmerken

De faraomier is een mier uit de tropen en leeft het liefst in een warme omgeving. De werksters zijn 3 tot 4 mm lang en bruingeel van kleur met een iets donkerder achterlijf. De koninginnen zijn 4 tot 5 mm lang. Mannetjes faraomieren zijn zwart/ bruin van kleur, gevleugeld en gemiddeld 3 tot 4 mm lang.

Faraomieren zijn polygynie, wat inhoudt, dat er meerdere koninginnen zijn. Faraomieren zijn alleseters, maar hebben een voorkeur voor vleeswaren.

Eén koningin legt gemiddeld 300 eieren. De duur van ei tot volwassen dier is bij 30 graden en 80% relatieve luchtvochtigheid ongeveer 2 maanden. In tegenstelling tot tuinmieren, leggen faraomieren geen bruidsvlucht af. Faraomieren leven over het algemeen niet langer dan één jaar. De werksters worden gemiddeld 2 maanden, mannetjes slechts 2 tot 3 weken oud en koninginnen gemiddeld 9 maanden.

Faraomieren zijn zeer hinderlijk in keukens, daarnaast kunnen faraomieren ook bacteriën overbrengen, op wonden afkomen en/of onder gips kruipen.

De beste manier om de faraomier te bestrijden is door hoge eisen te stellen aan de hygiëne. Dit houdt o.a. in het bewaren van levensmiddelen in goed gesloten potten en binnenkomende goederen, in het bijzonder de goederen die afkomstig zijn uit de tropen, goed controleren.

Er zijn geen wettelijk toegestane middelen voor particulieren om de faraomier te bestrijden. Bij overlast kunt u het beste contact opnemen met een professioneel bestrijdingsbedrijf zoals Traas ongediertebestrijding.

Rode bosmier

Kenmerken

De kop en thorax van de rode bosmier is rood tot roodbruin van kleur en zwart gevlekt. Het achterlijf is zwartbruin met rood. De grootte van de werksters kan variëren van 4 tot 9 mm. Rode bosmieren kunnen erg hinderlijk zijn als ze zich in de buurt van woningen nestelen.

Bij de rode bosmier is er sprake van een volledige gedaanteverwisseling. Grote kolonies bestaan uit meerdere nesten en koninginnen. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer activiteit er binnen en buiten het nest plaatsvindt.

Rode bosmieren komen algemeen voor in naald en loofbossen. Ze maken koepelvormige nesten van takjes en naalden en voeden zich met andere, vaak schadelijke insecten.

Nesten dicht bij woningen kunnen erg hinderlijk zijn.

De rode bosmier is een beschermde soort, daarom wordt bij overlast het nest opgeschept en tenminste 1 km verder in het bos uitgestort.

Mierennesten

Binnen Nederland is het zo dat miernesten zich voornamelijk in zandgrond, een omgekeerde bloempot en/of in oud rottend hout bevinden. In één mierennest “wonen” tussen de 10.000 en 20.000 mieren.

Mieren zijn sociale dieren en leven in nesten van soms wel een halve meter diep. Een mierennest kan herkent worden aan een gaatje in de grond omringd met een aarden walletje. Mieren bouwen hun nesten bij voorkeur in kieren, gaten of in een zachte ondergrond. Vooral in een zachte ondergrond kunnen ze enorme gangenstelsels van hun nesten maken. Hiermee kan de tuin en het terras als het ware worden ondermijnd.